VLAANDERENS HOOFDSTAD Deez' oude stad is ons; dit grijze steen, dit donker brons, die gouden markt, die sterke kerk: het hart der vaadren in hun werk. In 't schone land Brabànt gelijk een steen in goud gebrand, van buiten Diets, van binnen Diets, is Brussel alles mij of niets. Zo waar mijn voeten staan zal 't Zuiden zuidergangen gaan, naar eigen streek, naar eigen woonst. Elk volk het zijne, dat is schoonst! Elk volk het zijne, dat is 't recht der eeuwen, recht gevat door wie, schoon alles wendt en woelt, de mensheid in haar volheid voelt. Laat Frankrijk Frankrijk zijn, laat Duitsland Duitsland. Haat verdwijn' beneden 't vredig godsgewelf; maar laat ook Vlaanderen aan zichzelf. Want Vlaanderen is geen woord dat aan 't verleden toebehoort, maar elk geslacht en elken tijd een vaste klare werklijkheid. Vernieuwd is ons geslacht in levensmoed en levenskracht. Het rijst uit puin en nood en dood voor al de wereld schoon en groot. O Brussel in Brabànt, groothoofdstad van het Vlaamse land, uw trotse torens horen 't nu: gans Vlaanderen valt of staat met u! 40 Vaderlandsche liederen, Volksuitgave, Anderlecht 1917, 48 p. 56 De Noodhoorn. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p. 65 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p. 75 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p. 54 René De Clercq. Daar is maar één land.... Hasselt 1964, 76 p.